Bert de Leeuw, Collectie Letterenhuis, Antwerpen.

Nadat de voornamelijk Brusselse Art abstrait en Espace in 1952 en later Formes in 1956 als eerste naoorlogse groeperingen de abstractie nieuwe impulsen geven, zal in Antwerpen G58 (Groep 1958) de fakkel overnemen. De directe aanleiding is het bijna volledig ontbreken van officiële ondersteuning van hedendaagse kunst en de anticipatie op de wereldtentoonstelling Expo ’58. Vanuit de avant-gardekringen rond de tijdschriften Gard-Sivik en Het Cahier groeit de nood aan een vernieuwend platform voor, naast beeldende kunst, ook muziek, film en dichtkunst. 

Nadat G58 eerst een reeks solotentoonstellingen organiseert in het kasteel Middelheim, krijgt het van het stadsbestuur de kans om een locatie in het centrum in te richten. Het Hessenhuis, op de hoek van het Hessenplein en de Falconrui, wordt opgeknapt door de deelnemende kunstenaars en wordt zo de nieuwe thuis van de tweede golf van abstracte kunst. Met o.a. Vic Gentils, Walter Leblanc, Paul Van Hoeydonck en Jef Verheyen, versterkt door criticus Marc Callewaert, bood zich een sterke generatie aan. Van eerdere initiatieven, zoals Raaklijn in Brugge, leren ze enerzijds om een brug te maken naar de eerste generatie van de Zuivere Beelding. Het is niet toevallig dat zowel Jozef Peeters als René Guiette het erevoorzitterschap van de Antwerpse groep G58 krijgen. Behalve met de belangrijke tentoonstelling De eerste abstrakten in België. Hulde aan de pioniers in 1959 eert de groep beide voorzitters met retrospectieve tentoonstellingen. Hiermee verbindt G58, die vanuit de abstracte kunst naar de nieuwe informele kunst evolueerde, de jaren 1920 (met Peeters) en 1940 (met Guiette) met de nakende jaren 1960. Anderzijds zal het internationaal parcours van La jeune peinture Belge hen de te volgen weg wijzen. Naast Frankrijk en Duitsland, zorgen vooral de Italiaanse contacten voor baanbrekende projecten. Behalve Anti-Peinture zullen vooral Vision in motion- Motion in vision en Zero historische tentoonstellingen blijken met bijdragen van onder o.a. Piero Manzoni en Jean Tinguely. In 1960 ontstaat al een dissidente groep, de Nieuwe Vlaamse School, aangevoerd door Jef Verheyen en Paul De Vree (hoofdredacteur van De Tafelronde).

G58 zal strikt genomen maar vier jaar bestaan. Maar naast de vele (internationale) individuele expo’s en groepstentoonstellingen zal G58 een impuls geven aan uiteenlopende avant-gardistische initiatieven. Ze konden zowel polemisch zijn, met bijvoorbeeld het historische televisiedebat Figuratieve of Abstracte Kunst? (november 1960), als activerend, zoals De Vree’s Modernistisch Centrum en de Filmgroep ’58 .

 

Sergio Servellón 

 

CC-BY-NC (Creative Commons 4.0)