Gedurende de jaren 1950 speelt er zich een logische ontwikkeling af binnen het oeuvre van de Brugse kunstenaar Gilbert Swimberghe, namelijk die van de ‘denaturering’ of beter gezegd, abstrahering. Geleidelijk aan stapt de schilder van de figuratie af. Exemplarisch voor die evolutie in Swimberghe’s werk is de “Lede(n)poppen”-serie, waar het lichaam van de vrouw niet meer op een organisch-gestroomlijnde, maar op een architectonische, constructieve manier wordt weergegeven. De verschillende delen van het vrouwelijk lichaam bracht Swimberghe niet meer mimetisch in beeld, maar als autonome vormen, golvingen…
Dat afstappen van de anatomische realiteit gaat heel ver in Ledepoppen (1957). Tegen een felblauwe achtergrond plaatst de kunstenaar golvende vormen, die ergens nog doen denken aan de benen van een vrouw, maar hier toch al heel ver van afstaan. De ganse compositie geeft een sterke architectonische, quasi-abstracte indruk.
Ledepoppen
Kunstenaar
Datering
1957
Collectie
Inventarisnummer
onb0076
Materiaal
olieverf op doek
Afmetingen
200 cm x 149 cm x 2 cm
Trefwoord
Categorie
CC BY (Creative Commons 4.0)