Geboren 1889
- Dood 1960
Paul Joostens, collectie Mu.ZEE, Oostende.
Biography

Paul Joostens is één van de meest eigenzinnige avant-gardekunstenaars in België. Joostens heeft belangstelling voor verschillende media: schilderijen, tekeningen, collages, assemblages, en zelfs proza en poëzie. Na een traditionele opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, gaat hij op zoek naar nieuwe picturale middelen en wordt één van de eerste collagekunstenaars in België. 

Net zoals vele generatiegenoten doorloopt Joostens de opeenvolgende fases van de moderne kunst: van laat-impressionisme naar expressionistische experimenten. Onder invloed van het kubisme en het futurisme kiest hij voor de constructivistische stijl. In 1919 ontdekt hij Dada, een geestesgesteldheid die hem zijn leven lang bijblijft. Vooral zijn assemblages baren opzien in de vroege jaren 1920. Hij behoort tot de intieme groep rond Paul Van Ostaijen (1896–1928) en  de gebroeders Oscar (1887–1970) en Floris Jespers (1889–1965), met wie hij de Bond zonder Gezegeld Papier opricht. 

Paul Joostens is een zeer individualistisch personage dat weigert om vast te houden aan één stijl en om zich aan te sluiten bij bepaalde kunstgroepen. Zijn cynische, weerbarstige natuur uit zich ook in scherpe kritieken en brieven. Hoewel vaak gerekend tot de pioniers van de abstractie in België, verbreekt Joostens nooit de band met de figuratie of het verhalende. Gedurende de hele evolutie van zijn collagekunst (van ‘plak-techniek’, ‘cartons collés’ en ‘papiers métallisés’, tot ‘fotomontages’) betrekt Joostens steeds de toeschouwer in zijn geheel eigen universum dat doordrongen is van de rijke Vlaamse schilderstraditie en de beeldcultuur van zijn tijd.

Na zijn kubistische en dadaïstische periode doet hij in 1926 afstand van de avant-garde en gaat  op een ‘neogotische’ manier schilderen, geïnspireerd door de Vlaamse primitieven. En hoewel hij vanaf 1955 weer dadaïstisch werk maakt, domineren in zijn oeuvre twee thematieken: de vrouwelijkheid en de mystiek. Beide elementen worden zeer dubbelzinnig benaderd, zoals de Madonna met trekken van een filmster. De vrouw als heilige maagd, als prostituee of vaak beide verenigd, speelt een centrale rol in vele composities. Dat is het geval in de latere reeksen van de Poezeloezen, zoals hij de vrouwen uit de Antwerpse rosse buurt noemt.  

 

1889

Paulus Johannes Joostens wordt op 18 juni in Antwerpen geboren.

1902

Hij loopt school aan het jezuïetencollege Onze-Lieve–Vrouw in Antwerpen. Bezoekt op 13-jarige leeftijd de tentoonstelling Les Primitifs flamands et l’art ancien in Brugge.

1906 - 1912

In 1906 volgt hij avondschool aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Loopt stage bij architect Max Winders. Vanaf 1911 vervolgt hij zijn studies aan het Hoger Instituut in de Academie. Onder zijn medestudenten zitten enkele andere toekomstige avant-gardisten: Jan Kimeneij (1889 – 1981), Jozef Peeters en de gebroeders Oscar en Floris Jespers.

1913 - 15

Publiceert illustraties bij het poëziedebuut van Paul Neuhuys (1897 – 1984), La Source et L’Infini.  De tekeningen creëren een polemiek die tot het wegsturen van Neuhuys uit het Atheneum zal leiden.

1916

Vlucht met zijn familie enige tijd naar Gent. Werkt in een impressionistische, pointillistische stijl. Joostens raakt bevriend met Paul Van Ostaijen. Hij recenseert in Het Toneel voor de eerste maal Joostens’ werk in de Kerstmistentoonstelling van het Kunstverbond.

1917 - 1919

In de Wijngaardstraat in Antwerpen betrekt Joostens een studio samen met Jan Kiemeneij, Jozef Peeters en Edmond van Dooren (1896 – 1965). 

In maart 1917 heeft Joostens zijn eerste individuele tentoonstelling in het Kunstverbond. De expo reist door naar de Galerie Giroux. Maakt een monumentale collage die vandaag verspreid in fragmenten bewaard wordt.

Richt eind 1917 samen met Paul Van Ostaijen, Floris Jespers en Oscar Jespers de Bond zonder Gezegeld Papier op. Van Ostaijen introduceert Joostens in de principes van het kubisme. Van Ostaijen publiceert in Vlaamsch Leven: Over het werk van Paul Joostens.

Een ontwerp van Joostens voor Van Ostaijens dichtbundel Het Sienjaal wordt afgekeurd.

In 1919 zal er bij De Sikkel een album verschijnen met tien reproducties van Joostens met een inleiding van Van Ostaijen.

1920 - 1923

Correspondeert met Prosper De Troyer (1880 – 1961) en Filippo Marinetti (1876 – 1944). Realiseert collages met uiteenlopende materialen zoals stukjes stof, papier en metaalpapier.

Joostens wordt in juli 1920 door Van Ostaijen, die in ballingschap is, uit de ‘H. Kubistiese en Flamingantiese Kerk’ gezet.

In oktober 1920 stelt Joostens samen met Prosper De Troyer, Jespers en Peeters tentoon in de tentoonstelling Oeuvres cubistes et néocubistes in het atelier d’Art Contemporain. De expo wordt georganiseerd door Sélection in Brussel.

De samenwerkende vennootschap voor toegepaste kunst Novy wordt door Joostens, Jos Léonard (1892 – 1957) en de gebroeders Jespers opgericht. 

Publiceert grafisch werk in onder andere Ruimte en Sélection. In 1921 verschijnt  Joostens’ dadaïstisch geïnspireerde tekst Salopes in Ça Ira

Stelt zowel op het 2de Kongres voor Moderne Kunst, als op de Exposition organisée par la Revue Ça Ira kubofuturistiche en abstracte werken tentoon.

In 1923 vindt een grote retrospectieve plaats in Zaal Renis te Antwerpen. Georges Marlier (1898 – 1968)verzorgt de eerste monografische publicatie rond Joostens’ beeldend werk.

1924-1929

Reist naar Parijs en trouwt er met Madeleine Millot (Mado). Michel Seuphor is getuige en vereeuwigt  het huwelijk met zijn dadaïstisch relaas Mariage filmé. Het huwelijk houdt stand tot 1931.

Joostens komt in contact met de Belgische surrealisten René Magritte en E.L.T. Mesens (1903 – 1971). In 1926 stopt hij met de avant-gardistische experimenten en geraakt in de ban van een eigen mystieke neogotische wereld. Sluit zich in 1929 aan bij de katholieke Pelgrimbeweging waar onder anderen de milde modernisten Eugeen Yoors (1879 – 1975) en Flor Van Reeth (1884 – 1975) actief zijn.

1932-1939

Nadat Michel Seuphor fragmenten uit hun correspondentie publiceert, verbreekt Joostens de vriendschap.

Realiseert vanaf 1937 collages die hij zelf ‘fotomontages’ noemt.

 In 1939 publiceert hij La Vierge Boréale, suivi de Christ.

1944-1945

Ter gelegenheid van zijn solotentoonstelling in het Stedelijk Kunstsalon verschijnt de publicatie Paul Joostens in de reeks Kunstenaars van Heden. Verblijft tijdens de V-bombardementen twee maanden bij de familie van Grootel in Hoogboom.

1947-56

Laat zich opereren in het Sint Camille Ziekenhuis in Antwerpen. De ambigue Poezeloezen-reeks ontstaat in deze periode.

1957

Stelt een overzicht van zijn collages tentoon tijdens Papiers collés 1920-1957 in de Brusselse Galerie Saint-Laurent.

1958-1960

Neemt deel aan de collagetentoonstellingen van het Centre International de l’Actualité Fantastique et Magique (CIAFMA) in Antwerpen, Brussel en Parijs. Na verschillende verhuizingen neemt hij zijn intrek in de Venusstraat 44 in Antwerpen, waar hij tot het einde van zijn leven zal verblijven.

1960 

Paul Joostens overlijdt, als vereenzaamd man, op 24 maart in het Stuivenbergziekenhuis in Antwerpen. Zijn oeuvre geraakt na zijn dood verspreid, ondanks het feit dat Joostens zelf zorgde voor een fonds ter promotie van zijn literair en beeldend werk.

 

Sergio Servellón

 

CC-BY-NC (Creative Commons 4.0)