Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
Contact information

Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen

Lange Kievitstraat 111-113 bus 100

2018 Antwerpen

België

T 0032 (0)3 224 95 50

info@kmska.be

Website

Verschillende Belgische kunstenaars zijn met abstract werk in de verzameling van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen (KMSKA) vertegenwoordigd. Enerzijds gaat het om kunstenaars die in de jaren twintig van het interbellum voor de abstractie als uitdrukkingsmiddel kiezen. Anderzijds gaat het om kunstenaars die dat pas na 1945 deden. Het KMSKA verwerft pas werk verscheidene decennia na de ontstaansdatum van de abstracte richtingen in België. 

Na de Eerste Wereldoorlog vonden in 1918 in Antwerpen en in 1922 in Brussel de beginselen van de Zuivere Beelding ingang. Het was een regionale vorm van het constructivisme, een richting die in de naoorlogse jaren van het interbellum in de Europese kunst vorm kreeg. Met de schilder Jozef Peeters, pleitbezorger en theoreticus van de Zuivere Beelding en de kring Moderne Kunst was Antwerpen een levendig en belangrijk centrum voor de ontwikkeling en promotie van deze kunstrichting. Niettemin verwierf het KMSKA pas in de jaren zestig en later abstracte composities van Jozef Peeters, Victor Servranckx, Edmond Van Dooren, Jos Léonard en Jan Kiemeneij die quasi, of geheel, beantwoorden aan de principes van de Zuivere Beelding. 

De reden voor het niet verwerven van stukken tijdens de opkomst en bloei van de Zuivere Beelding, was wellicht tweeledig. Het museum verwierf enkel actuele kunst die werd tentoongesteld op de Driejaarlijkse tentoonstellingen van Antwerpen en geselecteerd door een speciaal daartoe opgerichtte commissie. Van dit principe week het museum tot na de Tweede Wereldoorlog niet af.  Daarbij kreeg de Zuivere Beelding geen toegang tot de officiële instellingen. Zo gaat de tentoonstelling, in het kader van het tweede Kongres van Moderne Kunst in Antwerpen, en georganiseerd door de gelijknamige Antwerpse Kring, door het gezamenlijk protest van de professoren van de Academie van Antwerpen niet door in de grote zaal van het museum. Wanneer de auteur, tentoonstellingsmaker en journalist Jozef Muls (1882-1961), die in 1920 voorzitter was van het eerste Kongres van Moderne Kunst, in 1926 tot adjunct-conservator van het museum wordt aangesteld, is de Zuivere Beelding al over het hoogtepunt heen. Als redacteur van het tijdschrift Vlaamsche Arbeid neemt hij vooral de teksten van de voordrachten over moderne literatuur op. 

Na de Tweede Wereldoorlog verandert de houding  van de museumwereld tegenover hedendaagse kunst. Diverse Europese musea, zoals het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Van Abbemuseum in Eindhoven, kiezen voor het tonen en opvolgen van de per definitie voortdurend in beweging zijnde actuele kunst. In 1959 streeft hoofdconservator Walther Vanbeselaere naar een gelijkaardig beleid. Hij formuleert zijn doelstellingen op het moment dat Antwerpen een internationaal gewaardeerd centrum voor avant-garde is. In het vooruitzicht van een volwaardige werking rond actuele kunst stelt het KMSKA vanaf de jaren 1960 werk van Belgische kunstenaars, die met hun onderzoek, experimenten en plastische expressievormen aansluiten bij de verscheidene nieuwe tendensen in de Europese kunst van na ’45, tentoon en gaat tot aankoop aan. 

Verscheidene van deze tendensen resulteren in nieuwe vormen van abstractie zoals informele kunst, monochroom en achroom, gestieke schilderkunst, lyrische abstractie, constructivisme, kinetische kunst, assemblage. De meeste aanwinsten gebeuren voornamelijk naar aanleiding van de volgende tentoonstellingen: 1947/1967 Kontrasten: schilderkunst in België (1968), G-58 Hessenhuis (1973), Zero internationaal Antwerpen (1979-1980) en Informele kunst in België en Nederland, 1955-1960: parallel in de Nederlandstalige literatuur (1984).

 

Greta Van Broeckhoven

 

CC BY (Creative Commons 4.0)