Het oeuvre van Van Severen is een uitzonderlijk voorbeeld van standvastigheid. Gedurende zijn hele carrière als kunstenaar houdt hij vast aan dezelfde uitgangspunten. In zijn werk, dat moeilijk te situeren is in de kunstgeschiedenis door het erg persoonlijk karakter ervan, gaat de kunstenaar op zoek naar een harmonie, evenwicht dat verloren gegaan is in de moderne maatschappij. Dat doet Van Severen aan de hand van abstracte schilderijen, tekeningen, et cetera die doorheen zijn oeuvre alsmaar soberder worden. Niet enkel de inhoud van het werk wordt gereduceerd tot de essentiële vormen (kruis, ruit, cirkel, vierkant); de kunstenaar voert ook een monumentale versobering inzake het materiaalgebruik door. In 1969 kiest Van Severen ervoor het schilderen in olieverf op te geven; het is te dik en vooral te materieel voor hem geworden. Vanaf dat moment gebruikt de kunstenaar caseïnetempera, Chinese en Oost-Indische inkt, wat hem toelaat veel immateriëler te werken. Daarnaast is het kleurenpalet doorheen Van Severens oeuvre ook ongeveer hetzelfde gebleven: neutrale, monochrome kleuren domineren het beeld. Van een fel kleurgebruik is er geen sprake.
Dit monumentale drieluik (1969/70) is gemaakt nadat Van Severen besloot het schilderen in olieverf op te geven en over te gaan op het gebruik van caseïnetempera om nog dunner te kunnen werken. De vormgeving (ruiten, driehoeken, ovaal) en het monochrome, sobere kleurenpalet zijn kenmerkend voor het oeuvre van de kunstenaar.
Compositie
Kunstenaar
Datering
1969 – 1970
Collectie
Inventarisnummer
K000601
Materiaal
tempera op doek
Afmetingen
342.5 cm x 162.5 cm x 2.5 cm
Categorie
CC BY (Creative Commons 4.0)