Groeningemuseum

De collectie van het Groeningemuseum werd in de loop van de twintigste eeuw sporadisch aangevuld met actuele kunst. In de jaren 1960 werd voornamelijk werk van Brugse kunstenaars verworven. In 1961 werd Manolete van Luc Peire aangekocht, de kunstenaar schonk vijf jaar later Agadir. In 1957 werd Stilleven (geabstraheerd met tekening op de keerzijde) van Gilbert Swimberghe gekocht, gevolgd door het abstracte Compositie met rood in 1967. 

Het verwerven van hedendaagse kunst kwam in een stroomversnelling na de aanwerving van conservator Dirk De Vos. Het ensemble van Swimberghe werd in de jaren 1970 via aankoop of schenking verder aangevuld. In het verlengde van de drie Triënnales (1968, 1971 en 1974) werd werk van representatieve Belgische kunstenaars gekocht, zo kwam een verzameling pop-art, hyperrealisme en nieuwe beelding tot stand, alsook een ensemble abstracte kunst met de nadruk op geometrische abstractie.

De aankopen in het begin van de jaren 1970 werden verworven door het Stadsbestuur ofwel door de Vrienden van de Stedelijke Musea (doorgaans op advies van de conservator). Amaterasoe van Gilbert Decock werd gekocht (Vrienden) in 1972, een jaar eerder werd Compositie van Dan Van Severen (tentoongesteld op de tweede Triënnale) aangekocht door de Vrienden, in 1973 kocht het Stadsbestuur de indrukwekkende Vierkante compositie. In datzelfde jaar werd via de Vrienden Rood-Geel-Blauw van Amédée Cortier verworven. De aankopen gebeurden rechtstreeks bij de kunstenaars.

Van Cortier en Van Severen werd in de loop van de jaren 1980 en vooral 1990 een ensemble uitgebouwd. Nadat de Vrienden het belangrijke Triptiek van Van Severen hadden geschonken in 1989, waren vooral de jaren 1992 en 1993 belangrijk voor de uitbouw van de collectie. Via aankoop bij de weduwe en schenking werd een mooi overzicht van Amédée Cortier bijeengebracht, het ensemble Van Severen werd aangevuld met grafiek, gekocht bij Galerij Richard Foncke en de schenking van een tekening door de kunstenaar in 1995. Luc Peire schonk in 1992 zijn op dat ogenblik volledig grafisch oeuvre.

De gestuele abstractie is in mindere mate vertegenwoordigd. In 1981 was een belangrijk werk van Pierre Alechinsky aangekocht, een jaar later werd Zeeakker van Bram Bogart gekocht, aangevuld met een schenking van drie werken uit verschillende periodes door de kunstenaar. 

Als eerste museum in België verwierf het Groeningemuseum in 1996 vijf cruciale werken van Georges Vantongerloo. Het werk werd aangekocht bij Angela Thomas Bill, de weduwe van de Zwitserse kunstenaar Max Bill, vriend van Vantongerloo.

In de verzameling van het Groeningemuseum is ook Mark Verstockt (tapijt Kwadraatstructuren) en Felix De Boeck (een Drieluik van de Arbeid en een Portret van Guido Gezelle) vertegenwoordigd.

Filip L. Demeyer

CC BY (Creative Commons 4.0)