Studie I, Brussel

In 1917 zet Vantongerloo zijn eerste stappen als moderne kunstenaar. Van groot belang was het lezen van het manifest De Nieuwe Beelding in de Schilderkunst van Theo van Doesburg, de leidersfiguur van de kunstbeweging De Stijl. Gefascineerd neemt Vantongerloo met hem contact op; die eerste briefwisseling zal leiden tot een innige vriendschap tussen beide kunstenaars. Onder invloed van van Doesburg wordt het werk van Vantongerloo alsmaar abstracter. Ook begint zijn interesse vanaf 1919 meer en meer uit te gaan naar de kleur; in verscheidene artikelen die verschijnen in De Stijl ontwikkelt de kunstenaar op systematische wijze een complexe kleurentheorie. Aan de hand van die theorie kunnen volgens Vantongerloo perfect evenwichtige, harmonische werken tot stand gebracht worden. Een voorbeeld van een dergelijke compositie is Studie I, Brussel (1920). In dit geometrisch-abstract schilderij vindt de toeschouwer een reeks kleuren terug die Vantongerloo onderbracht in zijn kleurentheorie: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
In 1920, het jaar waarin hij Studie I, Brussel schilderde, verhuisde de kunstenaar naar het Zuid-Franse Menton. De reeds vertroebelde relatie met zijn Nederlandse correspondenten begon vanaf dat moment steeds meer te verwateren.