Geboren 1897
- Dood 1965
Victor Servranckx
Biography

Victor Servranckx is na Georges Vantongerloo de internationaalste en wellicht productiefste van de eerste generatie abstracte kunstenaars in België. Zijn tentoonstelling van 1924 in de Brusselse Galerie Royale omvat maar liefst 104 titels. Bovendien wordt hij door grote internationale namen als Fernand Léger (1881 – 1955) en Marcel Duchamp (1887 – 1968) opgepikt. Als enige kunstenaar van de Zuivere Beelding wordt zijn werk in 1927 door de New Yorkse galerie Société Anonyme uitgekozen voor de International Exhibition of Modern Art. Servranckx behoort tot de Brusselse avant-gardebeweging. Hij schrijft bijdragen voor het tijdschrift 7 Arts en in 1922 schrijft hij samen met René Magritte het manifest L’art pur. Défense de l’esthétique. Bij de herontdekking van de historische avant-garde zal Servranckx in een polemiek terechtkomen over wie de eerste abstracte kunstenaar in België is. Bewijzen dat hij reeds in 1917 pionierswerk levert ontbreken, maar dat zijn geometrisch abstracte werken uit de jaren 1923 en 1924 van een indrukwekkende kwaliteit zijn, staat buiten kijf. 

Typisch voor zijn niet-figuratieve oeuvre is materiaalnabootsing en de suggestie van machinale beweging in sterk gestileerde vormen die dicht staan bij het Franse purisme. Servranckx geeft zijn werken neutrale titels (Opus gevolgd door een serienummer). Dit is volledig in lijn met de idee van  ‘collectieve kunst’. Hierbij staat het werk los van enig referentiekader en is het vrij te interpreteren vanuit zijn pure geometrische verschijning. Door het gebruik van op elkaar gestapelde vormen krijgt zijn werk vaak een collage-effect. 

In 1925 stopt Servranckx even met schilderen om zich toe te leggen op architectuur en design met onder andere zijn eigen atelier Kubistisch Huis en een bureauruimte in samenwerking  met Huib Hoste tijdens de Exposition Internationale des arts décoratifs in Parijs. Wanneer hij een jaar later terug zijn penseel ter hand neemt, neemt hij afstand van de constructivistische stijl en laat hij zeer diverse stijlvermengingen in zijn oeuvre toe. Zijn werk evolueert dan naar een abstract surrealisme waarbij organische elementen gecombineerd worden met geometrische vormen. In visionaire taferelen met biomorfe figuren experimenteert Servrankcx met nieuwe technieken en materialen. Het strakke design blijft echter deel van zijn beeldende uitdrukkingsmiddelen, zoals de muurschildering voor het Nationaal Instituut voor Radio-omroep die in 1936 veel aandacht krijgt. Na de Tweede Wereldoorlog zal hij terugkeren naar een formele abstractie en actief samenwerken met een nieuwe generatie abstract werkende kunstenaars zoals Jo Delahaut en Paul Van Hoeydonck (1925). Zijn internationale uitstraling groeit verder met als hoogtepunt zijn aanwezigheid, als enige Belgische abstracte kunstenaar, op de Internationale Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel.

 

1897

Victor Désiré Servranckx wordt geboren op 26 juni in Diegem bij Brussel

1913 – 1917

Servranckx volgt les aan de Académie Royale des Beaux-Arts et École des Arts Décoratifs in Brussel. Onder de medestudenten bevinden zich ook Marcel-Louis Baugniet (1896 – 1995), Pierre-Louis Flouquet, Karel Maes en René Magritte. Tegelijk werkt hij als hulptekenaar in de behangpapierfabriek Usines Peters-Lacroix (U.P.L.) in Haren bij Brussel. René Magritte wordt een collega tussen 1921-22.

1922

Neemt deel aan de tentoonstellingen in het kader van het 2e en 3e Kongres voor Moderne Kunst, in respectievelijk Antwerpen en Brugge.

Servranckx schrijft samen met Magritte het ongepubliceerd gebleven artikel, L’art pur. Défense de l’esthétique

1923

Naast de artikelen die hij schrijft voor 7 Arts, is hij betrokken bij de stand van de coöperatieve uitgeverij L’Equerre en het tijdschrift 7 Arts in de Salon de La Lanterne Sourde: Les arts belges d’esprit nouveau. De salon wordt georganiseerd in de Salle Manège van het Brusselse Egmontpaleis. 

Servranckx krijgt een grote eenmanstentoonstelling in de Brusselse Galerie Royale. In de expo wordt  een overzicht gegeven van zijn constructivistisch werk tussen 1921 en 1923 . Het succes van die tentoonstelling zorgt voor een doorbraak in het buitenland met exposities in Bielefeld, Boekarest en Parijs. 

1925

Legt zich toe op toegepaste kunst. Hij neemt deel aan de Exposition Internationale des arts décoratifs te Parijs en de gelijknamige expo in Monza, Italië. Daarnaast maakt hij kaftontwerpen en affiches in opdracht van Het Vlaamsche Volkstooneel.

La plastique pure. (Art constructif) – (art collectif) is een manifest dat als één van de laatste stuiptrekkingen van de Zuivere Beelding gezien kan worden. Het verschijnt in het tijdschrift La Nervie

1927

Servranckx wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de tentoonstelling International Exhibition of Modern Art, een rondreizende expositie in de Verenigde Staten. Deze expo werd samengesteld door Marcel Duchamp en Katherine Dreier (1877 – 1952), voorzitster van de Société Anonyme. Na de tentoonstelling koopt zij in naam van de Société Anonyme het schilderij Opus 46 – 1922 (De stad). 

1928 - 1929

Buitenlandse solotentoonstelling in de Berlijnse Galerie Der Sturm. In eigen land exposeert hij in de galerie Le Centaure en krijgt een overzichtstentoonstelling in het Paleis voor Schone kunsten in Brussel.

Combineert zijn constructivisme met een surrealistische vormentaal.

1930 – 1934

Servranckx trouwt met Hélène Tyrmand. In 1938 wordt hun zoon Paul geboren. Na het overlijden van Hélène in 1965 zal Servranckx enkele dagen voor zijn dood hertrouwen met Angeline Turcksin.

Vanaf 1932 doceert Servranckx de avondcursus 'kunstgeschiedenis en kunstinitiatie' aan de Academie van Elsene.

1935 - 1937

Reist enkele maanden door Italië in het gezelschap van de kunstenaar Fernand Léger en de kunsthandelaar Léonce Rosenberg (1879 – 1947).

Servranckx geeft een lezing in het Stedelijk Museum van Amsterdam onder de titel Constructivisme en destructieve kunst.

Samen met o.a. Marcel Lempereur-Haut (1898 – 1986), Albert Gleizes (1881 – 1953) en Robert Delaunay (1885 – 1941) stelt hij tentoon in Praag, Den Haag en Boedapest met de groepstentoonstelling Les Artistes Musicalistes.

In de Eeuwfeestzaal op de Heizel in Brussel ontwerpt Servranckx de stand van het Nationaal Instituut voor Radio-omroep (N.I.R./I.N.R) voor het Radiosalon. Dit groot decor omvat 550 m² fresco. Fernand Léger schrijft een lovende brief die gepubliceerd wordt in het julinummer van Clarté in 1937.

1939 - 1945

Servranckx maakt een reis naar Cuba, Mexico en de VS. In Mexico maakt hij een portret van Diego Rivera (1886 – 1957). In de VS ontmoet hij voormalig  Bauhaus-docent László Moholy-Nagy (1895 – 1946) die hem een leerstoel aan zijn nog op te richten School of Design in Chicago aanbiedt. Servranckx keert echter terug naar Brussel.

Begin jaren 1940 maakt Servranckx verschillende assemblages (readymades). Er ontstaan ook abstract beschilderde tegels. Toch is zijn productie overwegend traditioneel met voornamelijk figuratieve landschappen en portretten.

In 1945 zal Constant Permeke (1886 -1952), net aangesteld als directeur van de Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, Servranckx een lesopdracht aanbieden. Door een machtsstrijd met de gecontesteerde voormalige directeur Isidoor Opsomer (1878 -1967) gaat dit plan niet door.

1946 -1965

Servranckx wordt één van de belangrijkste figuren uit de tweede golf van abstracte kunst die vanuit Parijs overwaait. In 1946 toont hij vroeg  werk in Galerie La Boétie tijdens de tentoonstelling Cubisme samen met o.a. Lipchitz, Metzinger, Picasso, Zadkine. In 1947 heeft hij een retrospectieve tentoonstelling  in het Paleis voor Schone Kunsten. Van 1948 tot 1953 wordt Servranckx opgenomen in de jaarlijkse Salon des Réalités Nouvelles. In 1954 neemt hij deel aan de XXIVe Biennale van Venetië.  Door Michel Seuphors toedoen is hij tevens aanwezig op het belangrijk overzicht 50 ans de peinture Abstraite in Galerie Creuze (1958).

Servanckx wordt opgenomen in de tentoonstelling 50 jaar Moderne Kunst op de Internationale Wereldtentoonstelling 1958 in Brussel.

Kort na zijn retrospectieve tentoonstelling in het Museum van Elsene overlijdt Victor Servranckx op 11 december 1965. 

 

Sergio Servellón

 

CC-BY-NC (Creative Commons 4.0)

Opus 13
Opus 46